Stotteren

In Nederland stotteren tussen de 175.000 en 200.000 mensen. Meestal begint het stotteren op jonge leeftijd. 5% van de kinderen beginnen in hun peuter- of kleutertijd met stotteren. In veel gevallen groeien kinderen over het stotteren heen, maar bij 1% gebeurt dit niet. Stotteren komt vier keer vaker voor bij jongens dan bij meisjes.

Bij stotteren gaat er iets mis bij de communicatie tussen de hersenen en de vele spieren die nodig zijn om te praten. Een spier reageert te vroeg of te laat, waardoor er een soort van ‘storing’ ontstaat. Door letters een paar keer te herhalen of een letter lang aan te houden, wordt deze storing opgelost en kun je weer verder praten.

Er kan vaak ook een emotioneel of psychologisch element onder het stotteren zitten of zich ontwikkelen in de tijd.

Wanneer één of beide ouders stotteren of ooit gestotterd hebben, is er een grotere kans dat het kind ook zal gaan stotteren. Tegenwoordig zijn er een paar genen bekend die stotteren kunnen veroorzaken. In die gevallen is stotteren erfelijk, maar dit is lang niet altijd zo.

Heel soms komt het voor dat een ouder kind of volwassene plotseling begint met stotteren. Vaak komt dit door een heftige of emotionele gebeurtenis. Stotteren is dan dus vooral een psychologisch probleem.

Cliënten die ik behandel voor stotteren, broddelen en logopedie komen veelal uit Beverwijk, Heemskerk, Velsen, Santpoort en omgeving.